Het is stilletjes in huis. De alledaagsheid is stiller en nog trager dan gewoonlijk. Smurf zit ergens in de kempen van de Limburreg op kamp, en mijne pa, die meermaals per weer eens rap binnenspringt, is ook weg. Hij is vertrokken, in zijn eentje met zijn mobilhome, voor drie weken tot een maand, naar Oostenrijk, bij vrienden, op vakantie. Ge moet het maar doen als je de 70 nadert…
Een eeuw geleden, toen ik jong was, gingen we met het hele gezin meermaals op vakantie/bezoek bij onze Oostenrijkse vrienden. Het dorpje waar zij wonen noemt Eberstalzell (zie foto onder), een heel klein gezellig pittoresk dorpje met een magnifiek uitzicht, gelegen in Oberösterreich, vlakbij de stad Wels. Oostenrijk heeft eigenlijk wel een prachtige natuur, een mens zou dat vergeten. Ik wil smurf wel eens meenemen naar ginder, zodat hij er zich een beeld bij kan vormen als we onze wilde verhalen van in Oostenrijk nog eens bovenhalen.
Ik had daar een lief. Hans-Jürgen, de zoon des huizes, even oud als ik. Voor mij was hij mijn lief maar ik ben niet zeker of ik dat ook voor hem was. Ik weet geeneens meer of we ooit geknuffeld hebben, laat staan gekust. Misschien gewoon gedaan alsof, zoals in de film. Toch denk ik dat we iets meer waren dan gewoon vriendjes, er was gevoel bij, herinner ik mij. Het is zolang geleden, ik was nog een kind. In die tijd dacht ik eerlijk gezegd altijd meteen in termen van verliefdheid en zo, al vanaf het moment dat een jongen gewoon vriendelijk tegen me deed of me een beetje aandacht durfde geven. Onnozele trien, denk ik nu. Nu moet een man al van iets verder komen, wil ik in termen van verliefdheid denken. Spijtig, eigenlijk. Die kindertijd was toch een heel pak gemakkelijker, bedenk ik me ineens. Ach ja, nog een jaar of 40 wachten, dan komt die kindsheid terug, zeggen ze. Mwoeha.
De Oostenrijkers kwamen ook wel eens bij ons op vakantie natuurlijk. Mijn ouders namen hen dan mee naar een paar bezienswaardigheden en plaatsen die toch ietwat de moeite zijn voor een buitenlander: Manneke Pis, ‘t Atomium, de skone en gezellige kantklossersstad Brugge, onze Noordzee met haar duinen en leuke stranden, De Leeuw van Waterloo, de grotten van Han en weetikveel waar mijn ouders die mensen nog meer naartoe sleurden.
Als wij ginder waren gingen zij met ons ook steeds op zwier: we beklommen de Dachstein, wandelden op gigantische gletchers, zwommen in de…euh, ik ken de naam niet meer van dass Große See, we daalden af in de zoutbergen, … de uitstapjes die zij met ons maakten hadden allemaal met de natuur te maken, herinner ik mij. Ik weet nog goed dat ik veel liever naar ginder ging dan dat zij naar hier kwamen. Ik ben nu eenmaal een natuurmens, big time. Geef mij water, bergen, bos en/of veel groen en ik ben de gelukkigste en rustigste vrouw op aarde. Leve dardennen!
Maar zoals ik zei, het is hier stilletjes in huis. Rustig, dat wel. Smurf amuseert zich te pletter, dat weet ik, en ik weet ook dat mijne pa een prachtige vakantie tegemoet gaat. Ik hoop dat hij goed ter plaatse raakt en behouden weer thuiskomt, want de weg van hier naar Oostenrijk bedraagt toch wel een kilometer of 1100. Hij zal zaterdag in Eberstalzell aankomen, volgens zijn planning. Hij kan stoppen om te rusten of te slapen wanneer hij wil, dat is een voordeel voor hem en een hele geruststelling voor mij.
Het doet best wel raar om hem zo in zijn eentje te zien vertrekken, kan je’t geloven? Ik ken hem wel, hij is oud en wijs genoeg, die doet dat gewoon, draait zijn hand daar niet voor om, maar toch.
Wreed kaliber, onze pa. Een heel bijzonder mens.
Eberstalzell