“The year of your life you loved the most and why”
Hét jaar van mijn leven was het jaar waarin ik mijn allereerste vaste job verwierf. In dat jaar ben ik veranderd van een zwaar verlegen en onzelfzekere tuttebelletrezebees tot een assertieve zelfzekere jonge…euh…dame.
Al de jaren ervoor waren grotendeels pure hel. Het is pas sinds dat jaar dat mijn leven positief is beginnen evolueren, en dat heeft alles te maken met de kansen die ik toen heb gekregen.
Ik had er al menig sollicitatiegesprek opzitten, maar al die werkgevers keken niet verder dan hun neus, die zagen een verlegen sukkeltje die een black-out kreeg bij de eerste vraag van het interview. Zij achtten me allen waardeloos voor hun bedrijf.
Tientallen keren heb ik voor zo’n gruwel gezeten voor een gesprek, en nooit bakte ik er iets van. Omdat ik te hard mijn best deed om niet verlegen over te komen, weet ik nu. O gruwel, wat een bende omhooggescheten blaaskaken waren dat toch allemaal! Ik was totaal niet opgewassen tegen de intimiderende aanpak van menig directeur.
Op een donderdag in dat bewuste jaar ging ik voor de zoveelste keer de baan op voor een sollicitatiegesprek. Ik had er al op voorhand zo’n degout van dat ik het vertikte om me uit te sloven om er ietwat deftig voor te komen. In plaats van een rokje en hakjes en een mooi bloesje en een beetje fond-de-teint trad ik aan in jeans en slobbertrui, zo wit als een melkfles, puur natuur, zonder toeters of bellen, zonder optutterij. Met een olijke en vrolijke positieve spirit van ’t zal-toch-weer-niks-worden zwierde ik de deur van de firma open en stond ik oog in oog tegenover de zaakvoerder zo met een aire van ‘kom manneken, geef mij hier ne stempel van uw keet om te bewijzen dat ik hier ben langsgeweest, da’k het hier kan afbollen’.
Met die arrogante je m’en fou en foert attitude werd ik in dienst genomen, want de zaakvoerder vond mij geweldig spontaan en aangenaam nonchalant. En zelfzeker. En een interessante verschijning. Ik was precies wat hij zocht!
Is dat nu niet wreed?!
Ik ben er de maandag erop begonnen en ben er 10 jaar gebleven. In die 10 jaar werkte ik me op van niks tot helemaal vanboven. De baas ging op den duur zonder zorgen 3 weken op vakantie met zijn gezin terwijl ik ervoor zorgde ervoor dat de firma bleef draaien. Ik deed ’s morgens de zaak open en deed ze ’s avonds terug dicht. Ik zette de techniekers aan het werk, nam bestellingen op, deed telefoontjes naar klanten, maakte facturen, gaf demonstraties en bediende de klanten. Ik heb er altijd heel graag gewerkt, ik kende het reilen en zeilen van de hele zaak.
Mijn baas was nu eenmaal een toffe peer en had ook een toffe vrouw en 4 toffe kinderen. Soms ging ik de kinderen van school afhalen als de baas of zijn vrouw geen tijd hadden. Met hun dikke Chrysler Voyager. Ik heb die 4 gastjes groot zien worden en heb het wel en wee van hun puberteit meegemaakt. Eigenlijk maakte ik zo’n beetje deel uit van hun gezin, doch op een gezonde werkgever-werknemer manier. ’s Ochtends zette ik koffie in de keuken van hun privé woning en ’s middags at ik al eens een bord soep mee met de ganse bende, gewoon buiten op het terras in de tuin. Heel plezant en plezierig.
Maar ja. Aan alle mooie dingen komt een einde, en na 10 jaar van hard werken is de markt waarin wij zaken deden (industriële naai-, stijk- en snijmachines voor de gordijnindustrie) helaas ingestort. De ateliers waar wij machines leverden en onderhielden weken 1 voor 1 uit naar lageloonlanden.
Ik ben mijn toenmalige baas nog altijd dankbaar voor de kansen die ik daar heb gekregen. Ik ben daar opgengebloeid, heb die spreekwoordelijke muur steen voor steen afgebroken, ik kreeg de tijd die ik nodig had om me te ontplooien en ben uiteindelijk ontpopt tot de zelfzekere vrouw die ik nu ben.
Het jaar dat ik daar in dienst trad zette de toon voor de rest van mijn leven en is daarom vast en zeker the best year of my life.