Je weet, op 1 februari ben ik uit die kartonnen doos vertrokken om elders mijn intrek te nemen.
Toch even illustreren hoe het eraan toe ging toen ik die kartonnen doos betrok:
Mijn gewezen echtgenoot, papa van smurf, trok in dat appartement na de scheiding. Toen hij enkele jaren later verhuisde was ik net op zoek naar een ander appartement. Voor ons was het redelijk evident dat ik daar na hem zou intrekken. De overdracht ging heel vlot: hij eruit, ik erin, en klaar. Ik wist dat ik daar niet forever zou blijven wonen en heb dan ook geen moeite gedaan om te herbehangen of nieuwe verfkleurtjes op de muren te zetten, ik liet alles zoals het was, dat was wel ok zo.
De dag dat ik het appartement betrok constateerde ik dat de (vloer) verwarming het niet deed. Het was er koud en er was niks van warm water. Met een kind in huis is dat redelijk oncomfortabel zo putje winter, ik zeg het je. Ik vroeg de huisbaas om dat eens te bekijken, doch pas na een paar dagen met een electrisch chauffageke onze plan te hebben getrokken kwam er eindelijk een technieker langs. Bleek dat die boiler zo oud als ’t straat was en volledig verkalkt zat. Dat oude ding was hoognodig aan vervanging toe, er werd een nieuwe geïnstalleerd. Een paar dagen nadien kwam er geen water meer uit de keukenkraan. Ook die zat verkalkt en moest worden vervangen. Idem met de douchekraan.
Niks aan te doen, ik heb de huisbaas die eerste dagen een paar keer moeten vragen om allerlei mankementen te herstellen. Ik vond dat ik als nieuwe huurder ook recht had op een warme living en warm stromend water door alle kranen, maar voor de huisbaas was ik waarschijnlijk een moeilijk mens die altijd wel om iets kwam zagen. Onze verstandhouding was daardoor niet echt gemoedelijk te noemen.
Twee maanden geleden ben ik er vertrokken. Bij het teruggeven van de sleutels zijn de huisbaas, zijn vrouw en ik samen het appartement gaan bekijken. Ze hebben alle kamers tot in de kleinste hoekjes geïnspecteerd en waren tevreden over de staat waarin ik het achterliet. Er werden geen negatieve opmerkingen gemaakt. Dat kon ook niet want ik heb er – met de hulp van mijn lief, mijn broer en mijn vriendin Katrien- een ganse dag gezwoegd en gezweet om alles perfect proper te maken. Alle ramen werden gepoetst, vanbinnen en vanbuiten, alle keukenkasten werden met ontvettende producten uitgekuist, er werd geschuurd en gedweild en gedaan; het appartement blonk als een spiegel. Met een gerust geweten verliet ik voorgoed het appartement en nam beleefd afscheid van de huisbaas en zijn vrouw.
Sindsdien heb ik een aantal keer contact opgenomen met diezelfde huisbaas om de waarborg te regelen. Hij beloofde elke keer dat dat in orde zou komen. De laatste keer dat ik hem sprak verzekerde hij me dat hij alles in orde had gebracht en dat ik eerstdaags de nodige documenten zou ontvangen van de bank.
Eerstdaags duurde ondertussen alweer meer dan 2 weken. Dat kweekt ongerustheid. En bezorgdheid. En argwaan. Ik dus vandaag, na het werk, de bank binnengestapt om me te informeren over deze kwestie. Meneer de huisbaas leugenaar bleek daar nog niet geweest te zijn, de bankdirecteur had nog niets van hem gehoord.
Ik ben meteen doorgereden tot bij de huisbaas thuis. Ik belde aan, zijn vrouw deed open:
“We gaan diene waarborg niet teruggeven want ge liet het appartement daar zo vuil en afgeleefd achter dat ik er nog een ganse dag werk aan heb gehad om het proper te krijgen…”. Ze verslikte zich in haar eigen leugens, ze stond gewoon bol van de onzin die ze verkocht.
Ik stond perplex!
Héél erg boos.
Normaal gezien kan ik me in alle omstandigheden beheersen -ik zal zelden of nooit mijn stem verheffen- maar ik ben me daar in een Franse colère geschoten!
Met alles wat ik in me had heb ik me verdedigd. Van hun poging om mij 1400 euro afhandig te maken bleef geen gram meer over. Ze hebben moeten toegeven en hebben ingebonden. Zonder verder bezwaar hebben ze het document voor het vrijgeven van de waarborgsom ondertekend, ik ben terug naar de bank gekeerd en kan nu eindelijk dit hoofdstuk afsluiten.
Het is niet te geloven hoe laag een mens kan vallen. Ze zijn al zo rijk als de zee diep en nog willen ze zich op zo’n laffe manier verrijken op de rug van hun huurders. Ik hoop dat de volgende huurders ook voor hun rechten zullen opkomen en ook in een Franse colère zullen schieten als dat stelletje geldwolven hun waarborg achterover willen drukken.