Bloemen en planten gaan in mijn buurt altijd kapot. Met mijn buurt bedoel ik niet mijn straat maar effectief bij mij thuis. Ik kan geen bloempotje of plantje op de vensterbank zetten of ‘t is al versloenst verdord.
Eender welk kersvers prachtig en gezond florerend plantje gaat bij mij in de korste keren naar de haaien. Ik heb vanalles al in huis gehad maar ‘t is dus echt geen avance hé. Heb ik vroeger jaren misschien iets te dikwijls luidop gezegd dat ik de meeste bloemen niet graag zie? Het is wel zo, ik hou eigenlijk enkel vooral van wilde bloemen maar die moet ge dan niet in een potje gaan zetten natuurlijk. Grote bloemen zijn al zeker niet mijn ding, geef mij maar de klein bloemetjes, zoals eender welk soort klokje, eender welk kleingebloemd kruid, akkerdisteltjes, dotterbloemekes, vergeet-mij-nietjes, madeliefjes, bosanemoontjes… allez, kleine bloemekes waar een normaal bloemenliefhebber wellicht geen oog voor heeft.
Mijn ma was een geweldige bloemenliefhebster. Met ne schonen bloemekee kon je haar altijd verblijden. Ze had binnen en buiten altijd wel een knap allegaartje aan planten en bloemen, die ze uitstekend verzorgde en waar ze zo echt kon van genieten. Mij heeft ze meermaals willen overtuigen van die kleurenpracht maar ‘t is haar nooit echt gelukt. Zij begreep niet dat die diversiteit aan fleurige kleuren bij elkaar in een border veel te druk en chaotisch, en dus niet mooi vond. En u begrijpt dat ook niet, neem ik aan.
Toen ze overleden was en haar huis werd leeggemaakt ging alles wat flora was mee bij mijn broer en schoonzus. Zij bezitten ook zo’n tuin waarin alles wat kleur heeft kan en mag gedijen en ook hun vijver is geheel omringd door planten van allerlei allooi . Mijn broer had alle groen mee, behalve 1 grote hangplant (ik ken de naam niet), die wou ik per se want die had ik altijd super mooi gevonden, die ging al kweetniehoeveel jaren mee. En die wou ik, als herinnering aan haar, een mooi gekozen plaatsje geven bij mij thuis. Ik zou die prachtige groene plant koesteren en heel goed verzorgen. En dat deed ik ook. Ik praatte er zelfs tegen. En toch, helaas, begon de plant na een aantal maanden van haar beste pluimen te verliezen. De takjes werden bruiner en bruinern het plantje droogde uit, ondanks het op tijd en stond water geven zoals mij werd geadviseerd. Uiteindelijk is de hele plant compleet kapot gegaan. Verdomme toch. Het was er nochtans een die praktisch niks van onderhoud nodig had en toch slaagde ik er weer in om een jaren oude goed verzorgde gezonde plant te doen afsterven. Snapt gij daar nu iets van?
Om toch wat groen in huis te hebben heb ik me dan maar een aantal bloempotjes met plastieken plantjes aangeschaft. Gelukkig lijken ze net echt, wat Elke en Breeg vorige zaterdag bevestigden door me te vragen: “ooo wat een mooie plantjes, welke zijn dat?” Op het gevaar af dat ik vierkant uitgelachen zou worden heb ik hen toch maar de waarheid verteld en toegegeven dat ze zo nep waren dat de tieten van Pamela Anderson. Een paar maanden geleden had ik een vriendin op bezoek die me hetzelfde vroeg. Tegen haar jokte ik dat het verse tuinkruiden waren die ik gebruikte in mijn kokeneten *grin*. “Maar allez”, zei ze heel serieus, “waarom zet je ze dan niet lager bij het aanrecht, dat is toch niet praktisch daar boven op de kast?” Ik kon mijn lach niet meer bedwingen en biechtte de geplastificieerdheid van mijn huisplantjes dan maar op.
By the way, het is zelfs blijkbaar niet alleen met flora dat ik problemen heb, ook met fauna zit het niet snor. Smurf kreeg na lang zeuren uiteindelijk 3 koudwatervisjes van me. Hij had ze zorgvuldig uitgekozen in de dierenspeciaalzaak en ze meteen een naam gegeven en al. Het waren 3 kleine snoezige visjes met grappige fladderstaartjes, ik weet niet welke soort precies, ergens toch iets uit de familie der goudvisjes, geloof ik. We kwamen compleet geëquipeerd buiten, met een kar vol visjesspullen; een ruime visbassin, speciaal visjesvoer, plastieken plantjes, gekleurde steentjes,… allez, het prachtigste en frivoolste decor dat een vis zich kan wensen. Na 2 dagen werd het water troebel. Drie dagen later nog troebeldererig. 5 dagen later zag je de visjes al helemaal niet meer van troebelerderigheid. Mijn broer dan maar om raad gevraagd, en hij gaf me zuurstofplantjes en een paar slakken mee, dat zou het water zeker lange tijd klaar houden. Niet dus. Na een paar dagen hingen de visjes doodstil te hangen, eentje hing zelfs bijna op z’n ruggetje, wat betekent dat de tijd van gaan stilaan gekomen was. Al die troep er dan maar weer uitgehaald, water ververst, visjes er terug in, en hup, er kwam weer leven in en dartel als waterjuffertjes zwommen ze weer levendig rond zoals voorheen. De bokaal werd ook weer zoals voorheen. Troebel. Om een kort verhaal lang te maken: mijn broer is de hele visjesreutemeteut komen halen om bij hem thuis te achterhalen wat het probleem is. Ze staan intussen 4 weken bij hem, in dezelfde visbassin, met dezelfde plantjes, op dezelfde plaats qua licht, met dezelfde steentjes, met dezelfde slakken, met hetzelfde voer…IN HELDER PROPER EN KLAAR WATER! Hij heeft er in 4 weken tijd nog geen poot aan moeten uitsteken. En nu gij!