Als alles meezit stap ik eind dit jaar op tram 4.
Het cliché wil dat deze leeftijd een mijlpaal is in een mensenleven, waarbij je de voorbije 40 jaar eens grondig dient te overlopen.
Ik ben er de persoon niet naar grappige cliché’s te gaan doorbreken, dus maak ik voor de gelegenheid ook maar eens de balans op van mijn 40 levensjaren op deze aardkloot.
Denk nu niet dat ik hierover in detail ga treden, dat zou minstens tot een moeilijk te verteren trilogie leiden.
Ik zou met heel veel gemak drie joekels van boeken kunnen volschrijven over mijn levenswandel. Dat zou best een drieluik kunnen worden met 1 zware thriller, 1 meesleurend drama en 1 onroerende roman. Misschien doe ik dat ooit eens. Ik zal het laten weten mocht het er ooit van komen.
Eén gegeven dat als een rode draad doorheen mijn leven loopt zal wel volstaan om hier even uit te vergroten.
Ergens begin jaren ’90 heb ik me door een vroegtijdige midlifecrisis geworsteld. Zo’n crisis komt er doorgaans ná je 40ste. Ik heb die alvast gehad, ha!
Hoe die me precies is overkomen weet ik niet maar ik denk dat het te maken heeft met de wisselvalligheid die mij eigen is.
Ik ben een wentelteef. Big time. Er zijn momenten dat ik me niet van het gevoel kan ontdoen dat er 2 verschillende persoonlijkheden in mij huizen.
Ken je die T-shirts met de opdruk: “I used to be schizo but we’re Ok now”? Toch vrij bizar dat ik die altijd super heb gevonden. Meermaals heb ik op het punt gestaan me er zo eens eentje aan te schaffen maar ik zie me daar niet echt mee rondlopen, dat zou er een beetje over zijn. Ik laat ze telkens toch maar in al hun toffigheid voor wat ze zijn.
Schizo ben ik niet, laat dat duidelijk zijn, maar ik kan wel ongelooflijk veranderen van gedachten, gevoelens en humeur.
Als een kameleon kan ik tranfomeren van een opgewekte, uitbundige en luidruchtige sfeermaker in een humeurige, afstandelijke, dwaze, stille en associale trut.
Een ex-vriendje zei me ooit eens dat het daardoor met mij nooit saai wordt. That’s one way to see it en misschien heeft hij wel gelijk.
Als ik mijn leven zo eens in het algemeen overloop meen ik te mogen stellen dat ik altijd in pieken en dalen leef. Ik hoef daar niets speciaals voor te doen, dat komt en dat gaat. Mijn hele ik kan soms zo ontzettend draaien en keren dat ik er zelf duizelig van word.
Moodswings, ups en downs, chaos in the head. En dan weet ik niet meer waar kruipen van verwarring. Dan draai ik mezelf in een cocon en scherm ik me af van alles wat beweegt. Dan duld ik niemand om me heen, dan moet ik alleen zijn met mezelf.
Voordat er iemand gaat denken dat er hier een serieuze hoek af is, ik ben doorgaans echt wel een opgewekt kieken dat ervan geniet om te socializen. Ik ben graag onder de mensen en ben vrij gulzig op alle gebied. Ik ben graag alleen en hou van rust en stilte maar zo nu en dan moet ik ook eens geweldig kunnen uitbreken. Bij momenten heb ik er een grote behoefte aan om nog eens zwaar uit de bol te gaan en de puber uit te hangen. Nadien moet ik dan wel weer bekomen van alle geweld en ben ik genoodzaakt mezelf aan een lader van isolement, stilte en rust te hangen. So be it.
Die wisseling is er altijd geweest, zover ik me kan herinneren. Hoe contradictoir het ook mag klinken, dat wisselen van het ene uiterste in het andere is een constante, vrijwel de enige standvastigheid in mijn leven.
Als ik mijn levenslijn zou tekenen zou het geen zacht curvende lijn zijn maar een hoekige curve vol uitschieters van pieken en dalen.
Ik leef en beleef heel intens en dat vind ik eigenlijk best boeiend.