Denk iets goeds en denk iets lekkers,
denk iets geks of nog iets gekkers,
denk iets aardigs, denk iets liefs,
maar hoe dan ook iets positiefs!
Denk iets goeds en denk iets lekkers,
denk iets geks of nog iets gekkers,
denk iets aardigs, denk iets liefs,
maar hoe dan ook iets positiefs!
Voor de laatste keer publiceer ik deze image:
Voor de laatste keer publiceer ik hier een opgelegd schrijfsel uit deze 30 dagen challenge themamaand. Het zit erop en eerlijk gezegd ben ik daar niet rouwig om.
30 dagen is lang. Het wordt saai, voor mezelf en voor de lezers.
Alsnog, bedankt voor uwaaaaaaaaaaaaaaaaandacht.
Ok, dit moest dus eigenlijk feitelijk in feite dag 29 zijn maar aangezien ik die gisteren al publiceerde…
Hm. Iemand die ik mis: mijn broer, zus en ma.
Iets dat ik mis? Niks, ik heb eigenlijk alles wat ik nodig heb, en veel meer zelfs.
Materieel gezien ben ik volledig uitgerust.
Mentaal gezien gaat het mij helemaal voor de wind.
Financieel gezien heb ik totaal geen klagen.
Er is echt niks dat ik mis, als dat geen luxe is!
Ik heb geen verlangen naar beter en meer. Ik ben heel erg tevreden met wat ik heb en wat ik doe.
Op professioneel vlak heb ik zoveel meer bereikt dan dat ik ooit heb durven dromen. Ik heb er geen behoefte aan om hoger op de ladder te klimmen.
Ik ben content dat ik kan gaan werken, ik besef maar al te goed wat een luxe dat is. Ik ben daardoor ook zelfstandig en onafhankelijk en wrijf me bewust in de handen dat ik het zo goed heb.
Met mijn bewust gekozen 4/5 werkweek verdien ik minder dan met een fulltime maar dat kan me niet schelen. Meer geld verdienen? Dat mag, maar het hoeft niet, ik ga er in ieder geval niks speciaals voor doen. Een dag in de week minder werken is een dag in de week meer tijd om andere dingen te doen. Of om helemaal niks te doen.
Zolang smurf en ik niks tekort komen en ik een schat van een lief heb zie ik niet in waarom ik ambitieus zou moeten zijn om nog meer te willen hebben.
Met stip, op de eerste plaats, bevindt mijn favoriete plek zich in de natuur. Bij voorkeur in de bergen naast een grote waterval, op een dekentje waarop ik languit kan liggen luisteren naar het bulderen van het vallende water. *denkt met heimwee terug aan deze ervaring in Noorwegen*
Nog een plek waar ik heel graag vertoef, is mijn bed. Bij voorkeur samen met mijn lief, zo in elkanders armen gevlochten, liggen luisteren naar de radio, en zo.
Daarnaast ben ik eigenlijk eender waar graag, als het maar in tof gezelschap is. Ik ben geen echt sociaal beest maar ik durf wel eens sociaal doen. Ik kan dat ook vrij goed, als ik mij goed concentreer. Doorgaans ben ik ook heel graag alleen, ik heb regelmatig behoefte om alleen te zijn, met mezelf en mijn gedachten, in stilte en rust, zonder prikkels, gewoon me myself and I.
Angst om dood te gaan heb ik niet. Iedereen moet er aan, evensjwallie. De manier waarop is een andere kwestie. Zoals mijn ma, ineens plots en zonder afzien, dat zie ik wel zitten. Maar dan veel later dan op mijn 59, als het even kan.
Angst om iemand die ik graag zie te verliezen heb ik wel, maar dat is een angst die bij het leven hoort. Ik mag er niet aan denken dat mijn zoontje dood gaat, dat zou ik nooit te boven komen. Of mijne pa, of mijn broer, of mijn lief,… nee, daar denk ik liever niet aan, dat zou het leven in de weg staan.
Ik heb schrik in het donker, en nog geen klein beetje. Echt schrik heb ik, zoals een klein kind. Ik ben altijd een schrikkepuit geweest. Een schrikschijter met een groot bakkes. Eigenlijk is het nogal dubbel want ik hou van donkerte. Van wintermaanden met donkere dagen en zo. En toch ben ik bang in het pikkedonker.
Van honden ben ik ook bang. Loslopende honden jagen mij de stuipen op het lijf, ook al is het een onnozele kleine keffer. Ik ben nochtans nooit gebeten geweest dus van een trauma mogen niet spreken. Nee, van honden moet ik niet weten. Tenzij het om een zwart-witte border collie gaat, dan smelt ik. Leg mij dat maar eens uit.
Thrillers zijn ook niks voor mij. Opgebouwde spanning in ’t algemeen zijn niet goed voor mijnen tikker, ik kan daar echt niet tegen. Je zal mij nooit betrappen op het kijken naar een thriller, en dat is het gevolg van een avondje logeren bij een klasvriendinnetje. Haar ouders waren naar een toneelstuk en wij gingen lekker samen in het grote bed naar TV kijken. Filmpje van de avond: The Exorcist. Compleet foute boel, ik zweer het je!
Een eerste wat? Voor alles is er een eerste keer, het kan hier eigenlijk alle kanten op.
Een eerste kind, en tevens ook een laatste (de misval 2 jaar later niet meegerekend), kreeg ik bijna 12 jaar geleden. Smurf is een toffe kerel die stilaan begint te puberen. Ik houd mijn hart vast want zo op het eerste zicht lijkt hij qua streken enorm op zijn mama.
Liever zo dan een kamerplantje, denk ik dan. Hij zal misschien later ook bloggen over de toeren die hij ooit uithaalde. Ik hoop dat hij zijn kinderen later ook een stuk of wat plezante anekdotes kan vertellen waarbij zij hun wenkbrauwen zullen fronsen.
Een eerste sigaret rookte ik ergens op mijn 10de. Mijn 2 broers en een bende kameraden kochten op een zekere zondag elk 1 sigaret. Dat kon toen nog. Ik was stoer, en zo dom als lood, en wilde meedoen met de groten. Na 3 trekjes die ik flink inhaleerde werd ik mottig en draaierig en ongezond en moest ik overgeven.
Ik heb me toen, op dat moment, gezworen nooit nog 1 sigaret aan te raken.
4 jaar later stond ik, samen met mijn kameraden, te paffen gelijk zot. Stoer doen en niet willen onderdoen voor de rest, jekentdatwel.
Een eerste auto kocht ik op mijn 20ste. Voor 40.000 BEF (1.000 €) schafte ik mijn eigen eerste plezante achtstehands wit bakje aan: een citroen Axel.
– van de grappen en grollen van smurf
– van mijn lief
– van mijn lief zijn fijne (taal)humor
– van toffe muziek
– van leuke mensen om me heen
– van stille momenten
– van een goeie stevige fuif
– van een avondje tooghangen
– van een spelletje scrabble
– van een fijn geschreven blogstukje
– van een etentje in gezellig gezelschap
– van een stevige niesbui (behalve bij sinusontsteking)
– van de slappe lach
– van een dramatische tearjerker met een happy end
Eigenlijk kan ik het ganse jaar door blij worden:
– van de kleuren in de herfst
– van vrieskou en sneeuw in de winter
– van een zacht zonnetje en bijhorend briesje in de zomer
– van de ontluikende natuur in de lente
Ik zou enorm overstuur en van mijn melk en er het hart van in zijn
– mocht smurf of mijne pa of mijn broer of mijn lief of zijn zoon of 1 van mijn vrienden of kameraden of hun kinderen iets ergs overkomen
– mocht mijn lief me zeggen dat hij het niet meer ziet zitten met mij
– mocht ik mijn job verliezen
Verder zijn er weinig dingen waar ik overstuur van raak, denk ik, tenzij ik me zwaar vergis.
Neem eender welk kookboek, het staat er allemaal in.
Ik ben een alles-eter en denk dat ik van alle voedingswaren die er bestaan ongeveer een slordige 99,98% lust. Dit is slechts een wilde gok want van de 100% heb ik er misschien nog maar 2% geproefd.
Ik wil maar zeggen dat ik heel graag eet. En heel dikwijls veel te veel, helaas. Maar daar wordt aan gewerkt.
Als ik er toch mijn favoriet moet uithalen dan is dat, met stip: goudgele versgebakken frietjes met ne kwak mayonnaise.
Voila.
En chips.
En waterijsjes.
En vis.
En Griekse Mezze.
En rauwkost.
En tagliatelli carbonara.
’t Is begot niet gemakkelijk!
DECEMBER 2010
– is, net zoals de vorige in 2009, alweer mijn favoriete maand
– is de maand waarin ik voor de 42ste keer verjaarde
– is de maand waarin huizen onderstonden tgv wateroverlast
– is de maand waarin de wereld zich in een prachtig wit sneeuwtapijt hult
– is de maand waarin ik altijd, enkele uitzonderingen niet te na gesproken, een sinusontsteking heb
– is de maand waarin het gezellig sfeervol en warm is binnen, en tegelijk lekker koud buiten
– is de maand waarin ik geniet van de versieringen en lichtslingers aan de huizen en in de straten
– is de maand waarin smurf zijn allerlaatste nieuwjaarsbrief voorleest
– is de maand waarin ik met mijn lief en onze jongens de kerst misschien in d’Ardennen door zal brengen
– is de maand waarin mijn lief en ik oudejaarsavond zullen vieren samen met een bende vrienden
– is de maand die het jaar 2010 helemaal tot op het einde afrondt
Spijt komt na de zonde.
Het zijn vijgen na pasen.
Gedane zaken nemen geen keer.
Allemaal waar.
Een mens zou nergens spijt van mogen hebben, fouten zijn er immers om uit te leren. Verkeerde beslissingen of een misstapje hier en daar kunnen een heel spijtige zaak zijn, maar die dragen uiteindelijk bij tot verbetering in je toekomst.
Tenzij je een moordenaar, pedofiel of verkrachter bent, dan gaat die stelling niet op.
Ik zou er spijt van kunnen hebben
maar dat heb ik niet. Spijt hebben is tijd- en energieverspilling en daar doe ik niet aan.
Het zijn helaasheden die ik misschien anders had aangepakt mocht ik toen geweten hebben wat ik nu weet.
Maar ik kon toen niet weten wat ik nu weet en had zich dat toen allemaal niet voorgedaan dan had ik nu nog niet geweten wat ik nu wel weet.
Ik heb dus nergens spijt van, sorry daarvoor.
Mijn favoriete verjaardag was toen ik 16 werd. Naar die dag heb ik tergend lang uitgekeken, ik dacht dat het er nooit van zou komen.
Eindelijk, op vrijdag 13 december 1984 was het zover. Ik werd 16. Cadeautjes, verjaardagskaartjes en geproficiateer interesseerden me allemaal geen moer. Het enige wat voor mij belangrijk was, was het feit dat ik toen mijn A3 rijbewijs kon halen en eindelijk officieel met mijn brommer de baan op mocht.
Toen ik het documentje op zak had mocht ik compleet reglementair met mijn Yamaha Enduro 50CC naar school. In die tijd was ik het enige meisje die met een helm op haar kop op een brommer met vitessen de schoolpoort binnenreed. Beziens alom; goedkeurende blikken van de medeleerlingen, afkeurende blikken van de leerkrachten.
Naar mijn 18de verjaardag heb ik al even erg uitgekeken, om de evidente reden dat ik toen mijn rij-examen voor de auto kon afleggen. Ik was pas 17,5 toen mijne pa mij met de auto leerde rijden, mijn rijbewijs haalde ik dan ook zonder problemen.
Na mijn 18de verjaardag was het nog even uitkijken naar mijn 21ste, en toen hield het hunkeren naar verjaardagen op. Ik verjaar nu nog wel graag, hoor, doch er zijn geen grote mijlpalen meer mee te bereiken. Of wel?