Facebook, het is me wat. Mijn eerste indruk was: dit is onnozel en puberaal, als jongbejaarde veertiger heb ik hier niks te zoeken. Meermaals heb ik er mezelf af- en terug opgezwierd, ik zag er het nut niet meteen van in. Vrienden zeiden me echter dat dat echt wel big fun is, dat ik er nog moest aan wennen. Snuffelend in profielen zocht ik me suf naar de juiste bedoeling maar mijn zoektocht leverde meestal weinig of niks op.
Facebook, het is me wat. Hoe zeg je eigenlijk dat je er ook bijhoort? Ik sta op facebook. Ik zit op facebook. Ik heb een facebook. Ik ben lid van facebook. Mijn smoel staat op facebook. ??
Om het toch maar even te melden, ik heb intussen al geruime tijd een account bij facebook. Mijn profiel is actief. Uh-uh, dat klinkt bekakt, zeg. Soit, telkens bij het inloggen stel ik me dezelfde vragen: Heb ik niks anders te doen op dit moment? Vind ik het fijn om in de profielen van kennissen en vrienden rond te neuzen? Ben ik ziekelijk nieuwsgierig naar andermans bezigheden? Interesseert het mij eigenlijk? Steek ik er iets van op? Is het grappig? Is het leuk? Is het interessant? WTF is de bedoeling? (uitbreiding van je sociale netwerk, naar ‘t schijnt)
Facebookers kunnen bij elk bezoek aan de site neerpennen waarmee ze bezig zijn, wat ze straks gaan doen, hoe ze zich voelen, wat ze gevoeld hebben, waar ze naartoe gaan, vanwaar ze komen, wat ze gegeten hebben, wat ze overmorgen gaan eten,…
“X is zich aan het voorbereiden op een drukke werkweek”, “Y bekomt van een zware kater”, “Z gaat dit weekend naar een optreden en zal ervan genieten”, “XX gaat vegetarische spaghetti maken”, “YY heeft 2 grote volle manden gestreken”, “ZZ vindt Ben Crabbé een etterbuil”, … Mooi, mooi.
Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik niet achter blijf in deze. Zo nu en dan poot ik daar ook iets neer en om het niveau hoog te houden informeer ik de lezer over iets wat al even interessant is om weten als de kleur van de uitwerpselen van de Keniaanse bruingestreepte baviaan.
Het zou wat lullig zijn mocht ik nu beweren dat ik er echt niks in zie, in dat facebook. Ik ben er immers ook vindbaar voor iedereen. Niet dat iemand naar mij op zoek zou zijn, maar toch, ik kreeg onlangs een paar “uitnodigingen om vriend te worden met” van menskens die ik al heel veel jaren niet meer heb gezien. Daar zit dus eigenlijk wel enige interessantigheid in, geef ik met graagte toe. 1 muisklik op de “accept” button (of wat is’t juist dat ge moet aanklikken) en hup, friends we are. Wat daarop volgt zijn meestal mailtjes heen en terug, telefoontjes en sms’jes en vooral een bijkletsen van jewelste.
Wat ik ook kan apprciëren zijn de foto’s en de kiekjesalbums. Die krijg je normaliter nooit te zien, tenzij je die vriend/vriendin/kennis/familielid/collega persoonlijk een bezoekje brengt, wat heden ten dage niet meer hip schijnt te zijn. Gelukkig is er facebook om contact met elkaar te houden. Mwoeha.
Foto’s van gemaakte reizen, voorbije carnavalsvieringen, nooit in ‘t echt geziene baby’s en kinderen, … ja, daar neus ik graag in rond. Zo vond ik op een warme winterdag een paar foto’s van mijn eigen zoontje. Die kans zit er natuurlijk in, als je ex-familieleden als vriend hebt op facebook. Zij zien op hun beurt dan bij mij ook nooit eerder geziene foto’s van onze murf. Een mens moet mee met zijn tijd dus pleur ik somtijds ook wel wat foto’s op mijn smoelboekpaginaprofieldecorstuk.
Nog iets waar ik wel mee omkan, zijn die quizjes en spelletjes. In vrije uurtjes vergrijp ik me wel eens graag aan van die vraagstellerijen in multiple-choice vorm. Luchtig en tijdverdrijvend zijn ze, en soms zelfs danig informatief, vooral uitsluitend voor wie wil weten welke 5 bands ik al live in concert heb gezien, wat mijn 5 favoriete TV-celebs zijn, wat voor fruitsoort ik ben of wat ik altijd meeneem als ik het huis uitga…
Facebook? Het is me wat.